Elk jaar is het op 22 april de Dag van de Aarde. Sinds 1970 staat deze dag wereldwijd in het teken van het milieu en de problemen
rondom klimaatverandering. Een goed moment om je te
verdiepen in deze thema's. Bijvoorbeeld met een van deze vier boeken.
1 De aarde bewonen, Bruno Latour
Filosoof
Bruno Latour (1947-2022) mag in deze lijst niet ontbreken. Latour heeft zich beziggehouden met onderwerpen die uiteenlopen van het belang van collectieve
structuren en de aanspraak op waarheid tot het einde
van de moderniteit. In zijn late werken over het Nieuwe Klimaatregime komen al die onderwerpen samen.
Dit komt ook naar voren in het boek De Aarde bewonen, waarin de reeks gesprekken die de Franse journalist Nicolas Truong met Latour voerde zijn gebundeld. Latour laat zien
dat er een duidelijke lijn zit in zijn werken en koppelt dit aan een gevoel van urgentie dat
uitdrukkelijk naar voren komt als hij spreekt over de fundamentele
kwestie van deze tijd: hoe houden we de aarde bewoonbaar?
2 Oog in oog met Gaia: acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime, Bruno Latour
Oog in oog met Gaia is het magnum opus van Latour. In dit boek stelt hij dat de natuur niet langer de stabiele achtergrond vormt van ons doen en laten. Latour neemt de controversiële Gaia-hypothese van James Lovelock als uitgangspunt, en zet rechtsfilosofie en kunst in om de politieke, religieuze en wetenschappelijke dimensies van het verouderde natuurbegrip te ontwarren.
Dit boek is voortgekomen uit de reeks Gifford-lezingen die Latour heeft gegeven. Hij heeft de teksten van die lezingen uitgebreid en volledig herschreven, met behoud van de oorspronkelijke toon en stijl. Denken-in-actie en humor worden gekoppeld aan een fabelachtige eruditie, en Latour schuwt de polemiek niet.
3 Het levende laten opvlammen, Baptiste Morizot
Hoe kunnen we ontsnappen aan de tweedeling mens-natuur? Wat betekent natuurbescherming als we de natuur niet langer opvatten als de omgeving die ons omringt, en beseffen dat beschermen voortkomt uit paternalisme?
In een vurig betoog voert filosoof Baptiste Morizot (1983) ons naar zijn antwoord. Wij zijn deel van een weefsel van ‘het levende’: mensen en andere levende wezens, zoals bomen, planten en micro-organismen, die onderling samenhangen. Iets wat groter is dan wijzelf kunnen we niet beschermen, maar we kunnen wel de omstandigheden creëren voor autonoom herstel.
4 De paddenstoel aan het einde van de wereld: leven op de ruïnes van het kapitalisme, Anna Lowenhaupt Tsing
In De paddenstoel aan het einde van de wereld volgt antropologe Anna Lowenhaupt Tsing (1952) de productieketen van matsutakes, kostbare wilde paddenstoelen. Die begint bij plukkers in de bossen van Oregon en eindigt bij fijnproevers in Japan.
Tsing gaat in gesprek met Hmong-strijders uit Indochina, Chinese
matsutakehandelaren, Finse houtvesters en vele anderen. Hun verhalen
geven inzicht in de geschiedenis en ecologie van matsutakes, maar ook in
precaire levensomstandigheden. De rode draad in deze
met prijzen overladen publicatie is de vraag hoe je kunt overleven in
een door mensen verstoord milieu.